Een vertrouwensrelatie opbouwen over taal- en cultuurgrenzen heen

Praten over seksuele gezondheid vraagt om een veilige omgeving waarin mensen in alle openheid kunnen spreken en zich gerespecteerd voelen. Spreek mensen daarom aan als professional op een positieve manier, vanuit hun individuele rol, los van hun culturele achtergrond: bijvoorbeeld als een bezorgde vader die zijn verantwoordelijkheid neemt, als jonge vrouw die goed voor haar gezondheid wil zorgen enz.

De indruk wekken of zeggen dat u weet hoe de ‘cultuur’ van je cliënt is, kan kwetsend zijn. Woorden als ‘cultuur’, ‘religie’ kunt u beter vermijden.

Niet alle mensen met dezelfde nationale of religieuze achtergrond zijn bovendien hetzelfde. Ook factoren zoals gender, identiteit, leeftijd, sociaal-economische status, opleidingsniveau hebben een grote invloed.

Een valkuil daarbij is ook dat je als hulpverlener vanuit een wij/zij tegenstelling naar je cliënt kijkt. Dit maakt een echte ontmoeting en het opbouwen van een vertrouwensrelatie erg moeilijk. 

Dat wil niet zeggen dat etnische, nationale of religieuze achtergrond geen invloed hebben. In veel  gezinnen met een migratie-achtergrond kan een vader, moeder, broer of zus andere denkbeelden erop nahouden en beslissingen nemen dan een jongere dochter of zoon. 

Enkele tips

  1. Neem de tijd die nodig is. Hulpverleners hebben soms het gevoel dat ze direct een antwoord moeten kunnen geven op een concrete vraag van een cliënt. Meestal heb je echter tijd en meerdere gesprekken nodig om een vertrouwensrelatie op te bouwen en iemand verder te helpen.
  2. Leg uit wat de rol is van een hulpverlener, wat uw cliënt van u kan verwachten en wat niet.
  3. Leg uit wat het doel van het gesprek is. Leg uit dat u in het gesprek in de eerste plaats informatie gaat geven, die nuttig kan zijn voor hem/haar.
  4. Gebruik andere talen dan het Nederlands. Ook al is je Frans, Engels of Spaans niet perfect, het kan de communicatie een stuk makkelijker maken. Gebruik  het vertaalwoordenboek en de voorleesfunctie op zanzu.nl.
  5. Bouw een gesprek op in 3 stappen: ga uit van een positieve insteek en benoem bijvoorbeeld de bezorgdheid of verantwoordelijkheid van een cliënt of de liefde van een ouder voor zijn/haar kinderen. Luister daarnaar en geef concrete informatie. 
  6. Wanneer je het gevoel hebt dat de aanwezigheid van een persoon (bijvoorbeeld: vader, moeder, echtgenoot) voor spanning zorgt, spreek deze persoon aan, geef erkenning, luister ernaar. Laat de persoon deelnemen aan het gesprek en geef de concrete informatie die u aan uw cliënt wilde geven. Zeg wat later in het gesprek dat je nog even alleen met bijvoorbeeld de zoon, dochter of echtgenote wilt spreken.
  7. Vraag aan het einde van een gesprek of de cliënt het gesprek kan samenvatten en vraag de cliënt wat het belangrijkste uit het gesprek was. Vat dan het gesprek samen. Vraag op het einde van een gesprek waarbij de ouders aanwezig zijn aan de zoon of dochter: “Wat vind jij nu?”, “Wat doet het met jou om dit te horen?”, “Heb je nog vragen?”.

Kijk verder voor tips op onze website www.seksindepraktijk.nl .

Woordenboek en vertalingen

Hulp nodig? Vind een zorgverlener.

Hulp