Hier vind je enkele praktische tips om gesprek aan te gaan over seksuele gezondheid met niet Nederlandstaligen, migranten of nieuwkomers.
Tips voor individuele gesprekken
- Ken jezelf! Wees je bewust van je eigen waarden en normen over seksualiteit en seksueel gedrag. Cultuur sensitief werken bekent dat je altijd open staat voor de ander. Vermijd stereotype denkbeelden en verdiep je in andere culturen. Ook binnen niet westerse groepen zijn de individuele verschillen soms groot. Zie verder onze website Seksindepraktijk.
- Begin zelf over seksualiteit of gezondheid. De meeste patiënten stellen het op prijs als de hulpverlener zich pro actief opstelt en en zelf het gesprek start over seksualiteit. Sommige professionals ervaren praten over seks als te intiem, teveel inbreuk op de privésfeer van de patiënt, terwijl patiënten dit vaak niet zo ervaren. In een Amerikaanse studie bij 500 volwassenen patiënten zegt 2/3de van hen dat ze er niet over beginnen omdat ze geloven dat spreken over seksualiteit gênant zou zijn voor de dokter. (Marwick, C., 1999)
“Mensen beginnen vaak niet spontaan over seksuele gezondheid te praten, het is belangrijk om dan zelf een aanknopingspunt te vinden. Je kan vanuit zo veel verschillende thema’s zoals huisvesting, vriendschap, vrije tijd, levensplanning … richting een gesprek over seksuele gezondheid gaan.”
“Wanneer je zelf begint te spreken over seksuele gezondheid, merk je vaak dat de andere persoon vanzelf over de eigen situatie zal vertellen.”
3. Praten over seks is niet gelijk aan behandelen, maar betekent vooral luisteren, informeren en sensibiliseren. Vraag eerst naar de feiten, daarna naar de meningen en daarna pas naar gevoelens. Toets of de informatie goed wordt begrepen. Je hoeft dus niet alles te weten over seksualiteit of een oplossing te hebben voor elk probleem. Laat weten dat cliënten mogen kiezen of ze wel of niet antwoord geven op vragen. Hiermee respecteer je hun wensen en grenzen. Laat ook weten dat je een beroepsgeheim hebt.
"Het is een beetje een cliché, maar vaak heeft een patiënt vooral nood aan iemand die naar hen luistert; is het veel meer dat wat hen helpt, dan mijn ‘goede advies’."
4. Veroordeel nooit. Stel je open en nieuwsgierig op. Vraag met belangstelling naar gewoontes of opvattingen in de eigen cultuur of land van herkomst en vraag hoe dit is voor de eigen client. Een uitspraak over seks kan snel kwetsend of beschuldigend zijn, wees je daarvan bewust. Accepteer de keuzen die de ander maakt.
Maak je eigen woordenboekje met woorden die goed verstaanbaar zijn en waarbij u en de ander zich goed voelt. U kunt hiervoor het woordenboek op zanzu.nl gebruiken. Zorg zo nodig voor een professionele tolk en gebruik om redenen van privacy geen familielid of bekende als tolk.
“Het helpt natuurlijk dat ik zelf van Noord-Afrikaanse origine ben, daardoor weet ik goed welke woorden verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden door mijn Marokkaanse cliënten, of zelfs beledigend kunnen zijn.”
6. Nodig de client of patiënt zelf uit om vragen te stellen. Maak duidelijk dat hij/zij bij jou terecht kan met vragen over seksuele problemen, seksuele gevoelens of seksueel gedrag. Wees niet te snel in je antwoorden, neem de tijd om de hulpvraag duidelijk te krijgen. Ga dan in op wat voor jou cliënt belangrijk is om te bespreken en zet de eigen agenda opzij. Benoem je beroepsgeheim.
7. Oefening baart kunst. Oefen in het stellen van vragen over seksualiteit, geef informatie en bied keuzes aan. Sommigen zijn niet op de hoogte van hun seksuele rechten of kennen de zorgstructuur niet. Ze weten soms niet wat ze precies kunnen verwachten over dit thema van een hulpverlener. Soms is er wantrouwen naar professionals. Bouw aan een goede vertrouwensrelatie en neem hier de tijd voor.
Tips voor groepsgesprekken
1. Praten over seksualiteit en seksuele gezondheid in een multiculturele groep
Het praten in groepen over seksualiteit is in elke groep verschillend en tegelijkertijd zijn er ook veel overeenkomsten. Praten over seksualiteit is bijna voor niemand echt makkelijk. Benadruk niet teveel de verschillen, sta open voor diversiteit in opvattingen, denkbeelden waarden en normen en zoek de overeenkomsten. Het belangrijkste is dat iedereen zich veilig voelt en er vertrouwen is. Maak hierover aan het begin goede afspraken. Probeer ieders inbreng te honoreren en geen mensen uit te sluiten.
“Eigenlijk pak ik een les in relationele en seksuele vorming voor een multiculturele groep op dezelfde manier aan als voor een niet-multiculturele groep. In beide groepen is het het belangrijkste dat deelnemers zich veilig voelen en dat je met participatieve methodieken werkt.”
2. Ontwikkel met elkaar een eigen taal om over seksualiteit en relaties te praten. Je kunt het woordenboek op zanzu.nl gebruiken om je eigen woordenlijst op te stellen. Maak seksualiteit toegankelijk en zoek naar een gemeenschappelijke taal die niet te medisch of te afstandelijk is.
“Het is de kunst om op een heel normale en natuurlijke manier over seksualiteit te praten in groep, net zoals je bijvoorbeeld zou spreken over gezonde voeding.”
“Het is belangrijk om te zoeken naar een gemeenschappelijke taal om over dit thema te spreken, misschien begrijpen de deelnemers het woord penis niet maar wel lul. Leer hen dan wel het maatschappelijk aanvaarde woord zodat ze dit op gepaste momenten kunnen gebruiken.”
3. Vermijd algemene discussies over cultuurverschillen. Het effect hiervan is vaak dat deelnemers het gevoel hebben dat ze hun cultuur moeten verdedigen. Het leidt ertoe dat deelnemers afgeleid worden van wat ze zelf voelen envan de vragen die zelf hebben. Op die manier kan een groepsgesprek over seksualiteit een gemiste kans zijn. Een open gesprek over persoonlijke ervaringen kan wel goed werken. Daarbij kan je vragen stellen zoals “Hoe is dat voor jou? Hoe kreeg jij als kind informatie? Hoe wordt er in jouw familie over gesproken?”.
4. Mensen die een meer gemeenschapsgerichte culturele achtergrond hebben, zullen sneller vanuit de wij-vorm praten. “Wij vinden maagdelijkheid belangrijk”, bijvoorbeeld. Je kan de vragen uitdiepen door te vragen hoe ze daar zelf mee omgaan, eerder dan te vragen wat ze daar nu zelf van vinden.
5. Ga in gesprek met de groep maar laat de eigen persoonlijke ervaringen, voorbeelden en meningen zoveel mogelijk achterwege tenzij hier uitdrukkellijk naar gevraagd wordt. Houd hierbij je eigen grenzen in de gaten.
6. Maak gebruik van de groep, want deelnemers leren meer van elkaar dan van een begeleider. Gebruik interactieve werkvormen, laat de anticonceptiekoffer zien of doe een quiz.
7. Geef deelnemers de kans om individueel een persoonlijke vraag te stellen, tijdens een pauze bijvoorbeeld of achteraf.
Zie voor meer tips onze website Seksindepraktijk.nl. Hier kunt u bijvoorbeeld 3 toolkits downloaden die behulpzaam zijn bij het organiseren van groepsbijeenkomsten. De onderwerpen zijn organiseren, voorbereiden en begeleiden van een bijeenkomst.